De Pion 4 ruikt aan punt

Verslag door Kees van Hogeloon

Het heeft even geduurd voordat het verslag van De Pion 3 op
de Pion-website terechtkwam. Na de wedstrijd had ik een verjaardagsfeest, de dag
erop moest ik werken. Toch waren dat niet de hoofdredenen. Ik kon ineens niet
meer inloggen op de site met mijn gebruikersnaam en wachtwoord. Dus kon ik mijn
verslag er niet op zetten..

Maar dan nu het relaas van wat nu De Pion 3 is. We werden
vorig jaar met De Pion 4 6e in de 2e klasse, maar door het wegvallen van het 3e
team spelen we nu ineens toch in de 1e klasse. Een klasse waar we 2 jaar geleden
nog elke wedstrijd met 7-1 of 6½-1½ klop kregen. Er zitten nu een paar teams in
die net als wij ook wat minder sterk zijn, dus er zijn niettemin mogelijk kansen
voor ons op punten. Bovendien zijn we net even sterker dan de afgelopen jaren:
Jan van Oosterhout is om bekende redenen niet beschikbaar, maar we kregen er Ad
Bruijns en Imad Abou Dehn voor terug. De eerste paar ronden moeten we wel spelen
tegen sterke teams, waar we op papier volstrekt kansloos tegen zijn. De eerste
wedstrijd verloren we met slechts 5-3, wat een prestatie van formaat was, zeker
omdat we ook nog met een hoop invallers speelden (die het trouwens verdraaid
goed deden!). En ook deze wedstrijd verloren we weliswaar, maar konden we met
opgeheven hoofd de zaal verlaten.


Jan Rijkse was het snelst klaar. Een degelijke remise à la
Jan Rijkse. Ook Ad Bruijns liet een tijd later remise aantekenen. Degelijk spel,
niks spectaculairs, ook hier geen verrassing. Zelf verloor ik een pion, zag ik
in het eindspel nog een tweede pion sneuvelen en verloor ik vrij kansloos. Imad
Abou Dehn had een verzwakte koningsstelling, die stevig onder vuur genomen werd.
Toen er ook nog een stuk verloren ging, was het definitief gedaan voor hem. Maar
er was ook positief nieuws. Jacques Smits won een stuk, maar zijn tegenstander
kreeg er een sterke vrijpion voor terug. Jacques wist die echter te temmen en
won de partij. Hans Ravestein had redelijk vroeg in de partij al twee pionnen
buit gemaakt en verzilverde dat voordeel.

Zo stond het 3-3, met Henk Alberts die zo te zien zeker niet
slechter stond en Bas Robben met een stelling die nog alle kanten op kon gaan.
Bas bood remise aan, maar de uitslagen van Imad en mij stonden nog niet op het
uitslagenformulier, waardoor de tegenstander van Bas dacht dat zijn team achter
stond en het remise-aanbod weigerde.

Uiteindelijk ging het zowel bij Bas als bij Henk toch mis.
Bas verloor een stuk tegen 3 pionnen, maar raakte één van die pionnen kwijt en
de partij ging verloren. Henk zag zijn tegenstander langs een open lijn de
stelling in donderen, verloor een pion en offerde een toren voor een poging tot
eeuwig schaak, die vervolgens geen succes had. Eindresultaat: 5-3 verlies, maar
we hebben de tegenstander flink laten zweten en hadden lang uitzicht op een
punt. Gezien de krachtsverschillen hadden we het daarmee bepaald niet slecht
gedaan.

 

De Pion 3 (1593) – De Drie Torens 2 (1735) 3 –
5

Bas Robben (1567) – Jaap Weel (1914) 0 –
1

Ad Bruijns (1691) – Ad Mutsaers (1765) ½ – ½

Henk Alberts (1632) – Berry Brand (1849) 0 – 1

Kees van Hogeloon (1545) – Hans Moors (1841) 0 –
1

Imad Abou Dehn ( – ) – Elias Thijsse (1733)
0 – 1

Hans Ravestein (1508) – Jelle Mathieu (1454)  1 – 0

Jacques Smits (1627) – Marsel van Hoorn (1658) 1 – 0

Jan Rijkse (1581) – Frank Schouten (1664) ½ – ½

 

Kees van Hogeloon