En dat alles voor één schamel bordpuntje…
Helemaal naar Helmond rijden (is echt een pokke-eind), een hele middag zwoegen achter het schaakbord, van half 12 tot half 7 van huis en wat is het eindresultaat? Eén schamel bordpuntje! Het leven van een schaker kan soms hard zijn. Wat ging er mis? Eigenlijk bijna alles, maar het grootste probleem was dat onze tegenstanders een stukkie beter waren in schaken dan wij. Elo-ratings zeggen niet alles, maar als het verschil een paar honderd punten is zegt het wel degelijk wat over de krachtsverhoudingen. Behalve bij jonge talenten, zoals Gachatur Kazarjan, wiens werkelijke sterkte intussen al wel wat hoger ligt dan zijn Elo-rating. Vraag het maar aan Peter Huijser…
Op 8 borden gingen wij 6 keer knock-out. Soms ondanks goed spel, soms na blunderen. Zoals in het geval van Jan Rijkse (al was het ook weer niet blunderen in de zwaarste categorie), die in een openingsvalletje trapte dat hij achteraf gezien wel kende, maar achter het bord weer even vergeten was. Het kostte hem een pion, de rochade en het ergste van alles: hij hield in no-time een baggerstelling over. Zo erg zelfs dat hij na de 14e zet al op kon geven.
Peter Huijser trof dus zoals al genoemd het jonge talentje Gachatur Kazarjan (leeftijd: 10 jaar!!). Het manneke speelt goed, maar soms iets te snel. Helaas ging Peter net iets te veel mee in het snelle speeltempo, wat hem de kop kostte. Het werd een bijzonder agressieve, leuke partij, waarbij Peter een paar pionnetjes verloor en dus ook het eindspel verloor.
Intussen was op mijn bord alles zo dicht geschoven dat mijn tegenstander bijna niks meer kon en ik helemaal niks meer kon. Het remise-aanbod nam ik daarom graag aan. Dan waren we van de nul af en ik hoopte dat er meer zou volgen voor ons. Bas Robben was in een stelling terechtgekomen met alleen nog zware stukken op het bord. Alleen stonden die van zijn tegenstander heel actief en was Bas in de verdediging gedrukt. Zijn tegenstander voerde de druk net zo lang op tot er toch pionnetjes begonnen te sneuvelen en Bas de partij na lang tegenstrubbelen toch verloor. Imad Abou Dehn speelde gewoon een prima partij, deed niks onder voor zijn tegenstander, die echter ook geen fouten maakte, met als eindresultaat remise.
Tussenstand 4-1 voor HSC. We gingen de wedstrijd niet winnen, dat was al lang duidelijk, maar zouden we er nog wat bordpuntjes bij kunnen ritselen? Niet dus…
Erik van Elven stond de hele partij onder zware druk. Zo kwam het paard op b1 maar niet van zijn plaats, waardoor de toren op a1 ook nooit in het spel kwam. Niettemin wist Erik de zaak lang te verdedigen. Totdat de boel toch begon te kraken, Erik ook aanzienlijk minder tijd over had dan zijn tegenstander en Erik het punt toch aan zijn tegenstander moest laten. Ad Bruijns bleef ook lang goed overeind, maar zijn tegenstander begon toch langzaam maar zeker de koningsstelling van Ad onder vuur te nemen en er beetje bij beetje gaatjes in te schieten. Ad had een spectaculaire ontsnappingsmanoeuvre in gedachten, maar die bleek toch net niet helemaal goed te zijn doorgerekend en Ad restte een troosteloze stelling met een stuk minder en een koning die een vogeltje voor de kat leek. Ook voor Ad verlies, dus.
Henk Alberts had zonder meer de meest spectaculaire partij van de middag. Hij blunderde in het begin een stuk weg, maar vocht zich terug in de partij, won 2 pionnen en wist het nog behoorlijk spannend te maken. Uiteindelijk was het toch allemaal net niet genoeg en ging het ook bij Henk verloren.
Verlies tegen HSC 2 was niet onverwacht (gezien hun ratings, ze waren ook niet voor niets koploper), maar de 7-1 was wel erg fors. Geen ramp. Volgende wedstrijd spelen we tegen RDS (Rooische Dam- en Schaakclub) uit Sint Oedenrode, die net als wij nog op 0 punten staan. En later treffen we ook nog Stukkenjagers 5, die won van RDS, maar alle andere wedstrijden ook verloor. Dus we hebben wel degelijk kansen om nog wat matchpunten te pakken.
HSC 2 – De Pion 3 7 – 1
Gerard van de Kerkhof (2053) – Erik van Elven (1821) 0 – 1
Pascal Boudewijns (1944) – Ad Bruijns (1663) 1 – 0
Roland Robinson (1802) – Henk Alberts (1620) 1 – 0
John van Rooij (1790) – Imad Abou Dehn (1756) ½ – ½
Hans Nacinovic (1728) – Bas Robben (1528) 1 – 0
Gachatur Kazarjan (1600) – Peter Huijser (1570) 1 – 0
Joost Rutten (1736) – Jan Rijkse (1527) 1 – 0
Joep Peeters (1704) – Kees van Hogeloon (1498) ½ – ½