De Pion 3 komt niet tot winst
Wat doe je als je op zaterdag met je club moet schaken, maar je hebt een jong hondje thuis, die er slecht tegen kan om alleen thuis te zitten? Wel, dan neem je hem gewoon mee naar de schaakclub, vindt dat beestje vast fijn! Dat dacht tenminste één van de spelers van DSC. Het hondje vond het alleen helemaal niet zo leuk op de schaakclub, verveelde zich en wou liever spelen. En hij (of zij) mocht niet eens meeschaken. Af en toe kwam het beestje kijken bij mijn partij, bekeek de stelling van mijn kant en liet dan een klaaglijk gejank horen. Gezien het verloop van mijn partij getuigde dit van een groot schaakinzicht.
Dus, DSC, neem die hond de volgende keer gerust weer mee, maar stel hem/haar dan ook op in het team!
We verloren fors met 5½-2½, maar we werden zeker niet weggespeeld. Maar liefst 5 spelers van De Pion 3 speelden remise, maar niemand wist te winnen en 3 van ons moesten het hoofd buigen voor de tegenstand. Het werd remise bij Imad, Mark, Jan, Ad en Hans en de meest bizarre van die 5 was de remise van Mark. Mark won de kwaliteit en een pion, maar zijn tegenstander wist eerst Marks dame op te jagen en vervolgens de stelling zo met pionnen dicht te timmeren dat zijn paard zowaar sterker bleek als Marks toren. Gevolg was dat Mark er niet doorheen kwam en moest berusten in remise. Jan Rijkse speelde overigens tegen de vader van Mark en Anne Haast.
Henk Alberts moest het opnemen tegen een speler met rating 2148 en dat was toch wat teveel gevraagd voor hem. Henk vond zelf dat hij speelde “als een natte krant” en dan gaat het tegen zo’n sterke speler helemaal hard. Peter Huijser stond er lange tijd helemaal niet slecht voor. Hij verloor aan het eind ergens een pionnetje en dat deed hem de das om. Mijn tegenstander creëerde voortdurend vervelende dreigingen, die ik met kunst- en vliegwerk steeds wist op te lossen. Totdat dat op een gegeven moment niet meer lukte en ik kon kiezen tussen grof materiaal verliezen of mat gaan. Ik koos voor het laatste, dan hoefde ik verder ook niet op te geven. Als je dan toch naar de bliksem gaat, dan maar in stijl.
Volgende wedstrijd spelen we in The Black Horse tegen Paardje (!) uit Made. “Die moeten we zien te winnen”, klonk het strijdbaar op de terugweg. Het is niet onmogelijk, maar het zal toch nog een behoorlijk zware opgave worden. Vooral omdat we zowel Ad Bruijns als Bas Robben de volgende ronde moeten missen. Misschien kunnen we die hond van DSC inzetten als vervanger…
DSC 1 (1742) – De Pion 3 (1585) 5½ – 2½
Mark Maas (1819) – Ad Bruijns (1691) ½ – ½
Maarten van der Burght (2148) – Henk Alberts (1632) 1 – 0
Philippe Blankert (1876) + hond – Hans Ravestein (1508) ½ – ½
Dick Carol (1742) – Kees van Hogeloon (1545) 1 – 0
Stefan van de Brand (1544) – Peter Huijser (1605) 1 – 0
Johan Ramstijn (1526) – Imad Abou Dehn ( – ) ½ – ½
Jan Haast (1609) – Jan Rijkse (1581) ½ – ½
Ivo de Ligt (1673) – Mark Mathon (1530) ½ – ½
De ratings zijn overgenomen van NBSB-site en de nieuwste aanpassingen zijn daarin nog niet verwerkt, naar we vermoeden op uitdrukkelijk verzoek van onze oude vriend André van der Laar.