Zomerschaak Senioren – deel 3

Het schaakseizoen van de jeugd zit erop, maar de senioren gaan nog een paar weken door. Tot eind juli kan er geschaakt worden bij de Black Horse. Deze week is het niet een thema dat er uit voort springt, maar wil ik in dit stuk de International Chess Day nog aanstippen. Het was u wellicht ontschoten, maar 20 juli is sinds enkele jaren een officiële dag in de internationale schaakwereld. Het was de bedoeling om dit stuk op die dag af te hebben, maar helaas. Tijd kan maar één keer worden besteed, en zie daar een brug naar afgelopen vrijdag!

Tijd is in het schaken een begrip dat in veel vormen terugkeert. Je kunt tijd terugzien in het aantal zetten dat je moet uitvoeren om een plan uit te voeren; bijvoorbeeld hoeveel zetten heeft een pion nodig om te promoveren in een eindspel en heeft de tegenstander dan tijd genoeg om die promotie tegen te houden. Net één zet met schaak tussen door kunnen uitvoeren, kan alles bepalend zijn om tijd te winnen. Ook in de opening kan tijd gewonnen worden. Bijvoorbeeld met gambiet, het idee van een gambiet is om een pion te offeren, maar daarvoor in ruil makkelijker stukken te ontwikkelen. Je wint op die manier tijd. Zo’n gambiet (het Roel van Duijn Gambiet, lees bijvoorbeeld dit stukje van Eeuwig Schaak uit Ruchpen; http://eeuwigschaak.nbsb.org/EeSc1021.pdf) zie je zodadelijk in de partij terug.

Tijd komt ook naar voren met natuurlijk de klok. Officiële partijen voor de KNSB-competitie worden gespeeld met een tempo van 90 minuten per persoon per partij + 30 seconden per zet, en als je dan 40 zetten hebt behaald en je gaat door je vlag, krijg je er 30 minuten bij. Online wordt vaak gespeeld met minder tijd, zo heb Bullet (alles korter dan 2 minuten voor het gemak), Blitz (2 minuten of meer), Rapid (vanaf zo’n 10 minuten per persoon).

Op deze zomerschaakavonden, spelen we twee rapidpartijen, namelijk met het tempo 25 minuten per persoon per partij. Dat kan, door er geen increment is, ook uitlopen op een partij die beslist wordt door tijd. Zo bewezen René en ondergetekende tot tweemaal. We laten één partij zien. De andere partij is voor ons beiden toch wat pijnlijk (maar overigens niet minder leuk).